Soraya Ludema is de programmamanager bij Chemport Europe, het innovatieve ecosysteem voor chemie en groene grondstoffen in Noord-Nederland. Ze wordt daarvoor vanuit de provincie gedetacheerd. Ludema: “Hierdoor zijn de lijnen kort, maar kan ik wel onafhankelijk opereren. Dat is nodig, want in Chemport komen veel belangen bij elkaar. De verschillen ertussen zijn niet groot, maar er zijn wel nuanceverschillen. Mijn collega’s bij de provincie behartigen de belangen van de provincie zelf als het om Chemport gaat.”
Een van die collega’s is Gerwin Wiersma. Hij maakt onderdeel uit van het team Regionale Economie bij de provincie. Hij houdt hij zich bezig met de vergroening van de industrie in de regio door bijvoorbeeld het stimuleren van innovatie. Wiersma: “Voor de provincie is industrie belangrijk. Het is nodig voor de werkgelegenheid en voor het verdienvermogen van ons gebied. We zetten ons daarom hard in om bestaande industrie te behouden. En we willen nieuwe toekomstbestendige industrie aantrekken. Dat doen we bijvoorbeeld door de ontwikkeling te stimuleren van innovatie en nieuwe waardeketens.”
Innovatiekracht is voor de regio een belangrijke succesfactor, voegt Ludema toe: “Door te innoveren creëer je nieuwe verdienvermogens. Zo werkt een consortium van partijen aan het project 10x10x10. Doel daarvan is om 10 scale-ups met 10 miljoen per jaar helpen om in 10 jaar tijd op te schalen naar commercieel levensvatbare bedrijven. Het gaat dan bijvoorbeeld om innovatieve bedrijven zoals BioBTX, Cure en Paques biomaterials. Zo’n initiatief proberen we dan vanuit Chemport Europe verder te helpen.”
Extra innovatiekracht komt volgens Wiersma bovenop de andere voordelen van de Eemsregio: “In deze regio was de afgelopen jaren nog volop ruimte, speelde de stikstofproblematiek een stuk minder dan elders en voerde de regio zelf ook een ambitieus acquisitiebeleid. Daardoor landden de afgelopen jaren veel investeringen in de Eemsregio; bijna een miljard alleen al in Delfzijl.”
De sterke propositie van Chemport Europe, waarbij de vergroening van de chemie mogelijk wordt gemaakt doordat in de regio zowel kennis, biogrondstoffen als energie ruim aanwezig zijn, is inmiddels nationaal en internationaal goed bekend. In combinatie met de eerdere Industrie Agenda van SBE heeft dit geleid tot een gedegen visie, vertelt Ludema: “En het heeft gezorgd voor een ecosysteem waarin cultuur, onderlinge dialoog en samenwerking zich rondom die visie heeft ontwikkeld.” Samen met een portie lef, betaalt zich dat volgens haar terug: “Het maakt de regio onderscheidend, wat nodig is voor een goede acquisitie. Het heeft er bijvoorbeeld ook voor gezorgd dat we succesvol zijn als het gaat om de verduurzaming van de industrie.”
Maar het verhaal is niet alleen positief, volgens Ludema: “We hebben nu te maken met ontwikkelingen waar we weinig invloed op hebben. Denk aan de hoge energieprijzen en daardoor hoge transportkosten en de lange wachttijden om überhaupt een energieaansluiting te krijgen.” Wiersma reageert: “We zien ook dat door die ontwikkelingen niet alle bestaande bedrijven het redden. Er zijn al bedrijven failliet gegaan en ook sommige nieuwe investeringsprojecten zijn hierdoor niet doorgegaan. We moeten nu een realistische koers varen en onze focus verbreden.”
“Naast een duurzame, hebben we ook een betrouwbare en betaalbare energievoorziening nodig”, vervolgt Wiersma. “‘Betaalbaarheid is de afgelopen jaren wat ondergesneeuwd, maar is nu terug op de agenda. Als provincie hebben we de oplossing nog niet, maar bij de ontwikkeling van nieuw energiebeleid is veel meer aandacht voor betaalbaarheid en beschikbaarheid van energie. We willen daarbij inzetten op wat meerwaarde heeft voor de Groningers; op dat wat maatschappelijke betekenis heeft. Het bedrijfsleven moet deze meerwaarde ook zichtbaar maken, bijvoorbeeld door je R&D samen met het lokale kenniscluster op te pakken.”
De maatschappelijke verbinding kan inderdaad beter, vindt Ludema: “Je moet als omwonende weten wat er gebeurt bij de industrie in je regio om er trots op en enthousiast over te kunnen zijn. Vroeger toen de fabriek aan de rand van het dorp stond, was dat geen probleem. Nu ligt het veel verder van het dorp en weet je als burger amper meer wat er speelt. Zelf kom ik vanwege mijn werk nu zo’n tien jaar bij de industrie over de vloer. Wat ik daar zie, maakt mij enthousiast. Als ik eerder had geweten wat er daar gebeurt, dan had ik misschien zelfs wel een opleiding in die richting gekozen.”
Wiersma reageert: “Daarmee raakt het gebrek aan verbinding dus ook direct de arbeidsmarktproblematiek waar de industrie mee te maken heeft. Wat dat betreft heeft de industrie sowieso wel te kampen met een imagoprobleem. Zo hoor je geluiden dat het zelfs een goed idee zou zijn om de energie-intensieve industrie helemaal naar het buitenland te verplaatsen. Dat is geen verstandige keuze vinden wij, want het maakt ons afhankelijk van de geopolitiek.”
“Als we nu niet meegaan in ontwikkelingen zoals de grondstoffentransitie en de technische golf, dan missen we de boot”, zegt Ludema. “Een opgelopen achterstand haal je dan niet meer in. Het is beter om die boot nu te nemen.” Wiersma vult aan: “Dan kan bijvoorbeeld als de bestaande industrie een helpende hand biedt aan industrie van de toekomst. Dat doet EEW bijvoorbeeld door bij de afvang van CO2 deze beschikbaar te stellen als grondstof voor andere bedrijven. We hebben de bestaande industrie daarbij nodig.”
Ludema sluit af: “Een ding is zeker, we lossen dit niet alleen op. We zijn allemaal stukjes van de puzzel, waarbij we elkaar niet moeten aankijken, maar samen de schouders eronder moeten zetten.”
Over de Industrie Agenda
Op 3 juni bestaat SBE 50 jaar. Dit moment grijpen we niet aan om terug te blikken, maar om vooruit te kijken. Samen met leden, overheden en kennisinstellingen werken we aan een nieuwe Industrie Agenda. Deze bouwt voort op de succesvolle versie uit 2017 waarmee SBE de route wees naar klimaatneutraal produceren in de Eemsregio.
De nieuwe Industrie Agenda gaat verder: met de agenda slaat SBE een brug tussen de economische en sociale opgaven in de regio. Betaalbare energie en een goed vestigingsklimaat in een omgeving waarin het goed leven is en er voldoende mogelijkheden zijn om je te ontwikkelen.
De agenda wordt een oproep tot actie. Een uitnodiging om samen te werken aan brede welvaart in de regio. Ons doel is duidelijk: een aantrekkelijk en toekomstbestendig Noord-Groningen. En dat lukt alleen als we samenwerken.