Op dit moment wordt bij EEW Energy from Waste Delfzijl B.V. een nieuwe afvanginstallatie getest voor NOx. “We willen als bedrijf zo circulair mogelijk werken. Met deze nieuwe methode om NOx af te vangen, kunnen we naast het verlagen van de kosten, mogelijk zelfs een bijdrage leveren aan de oplossing van de stikstofproblematiek”, vertelt Albert Klein, projectleider bij EEW.
Dit artikel maakt onderdeel uit van de artikelenreeks ‘Onder de motorkap’ (zie de toelichting onder het artikel).

Wat is NOx en waarom is het een probleem?
NOx is de verzamelnaam voor stikstofoxiden, zoals stikstofoxide (NO) en stikstofdioxide (NO2). Deze gassen dragen bij aan luchtvervuiling en verzuring van de bodem. Ze ontstaan bij verbrandingsprocessen. En dus ook bij het verbrandingsproces van EEW, waar niet-recyclebaar afval wordt verbrand om er stoom, perslucht en elektriciteit uit te winnen. EEW vangt de NOx al af, maar dat gebeurt nu nog via de traditionele methode.
Huidige rookgaszuiveringsproces bij EEW
“Het afvangen van NOx is een van de stappen in het zuiveringsproces van onze rookgassen”, licht Klein toe. “Dat gebeurt nu nog met een katalysator die met ammoniak de NOx-verbindingen omzet in stikstof en waterdamp.” Het gebruik van deze huidige methode heeft wel nadelen. Ammoniak is toxisch en corrosief en het systeem zelf vergt vrij veel onderhoud. Belangrijker is echter dat het proces uitsluitend afvalproducten oplevert; iets wat wringt bij een bedrijf als EEW dat circulariteit hoog in het vaandel heeft.
Zeolieten als ‘moleculaire spons’
Daarom test EEW sinds de zomer een alternatieve methode. Hierbij wordt de NOx afgevangen op zo’n manier dat het kan worden hergebruikt, namelijk met behulp van Zeolieten. Dit zijn microporeuze aluminiumsilicaten die functioneren als een soort ‘moleculaire sponzen’. Door hun regelmatige kristalstructuur met vele poriën en kanalen beschikken ze over een enorm reactief oppervlak, waardoor ze heel effectief stikstofoxiden aan zich kunnen binden.
Proefinstallatie
Klein, projectleider van deze procesontwikkelingsfase: “De eerste labtests bij hoge temperaturen en hoge concentraties NOx (voor de katalysator) zijn eerder al succesvol afgerond. Het komende half jaar voeren we een serie grotere proeven uit aan de lage concentratie zijde in de schoorsteen.” Bij deze grotere testinstallatie zit het zeoliet in een vat van 250 liter en wordt een klein deel van de rookgassen van de afvalinstallatie naar dit vat gevoerd. “Voor een goede adsorptie moeten we de rookgassen eerst koelen en het gevormde condensaat afvoeren. Daarvoor leiden we rookgassen door met buitenlucht gekoelde buizen naar het vat, waarbij in stappen het condensaat wordt afgevoerd”, legt Klein uit. “De afgekoelde ‘droge’ gassen gaan daarna het vat in voor adsorptie. We meten het NOx -gehalte aan de in- en uitlaat. Zodra blijkt dat de zeolieten verzadigd zijn, stoppen we het proces. Het eerste verzadigde zeolietenpakket is al terug in Oostenrijk voor verdere verwerking.”


Van afvang naar waardevolle grondstof
Hij vervolgt: “We denken met deze nieuwe methode niet alleen te kunnen besparen op onderhoud en operationele kosten. We kunnen met het opgevangen NOx ook op een goedkopere manier salpeterzuur produceren, wat bijvoorbeeld wordt gebruikt voor de productie van kunstmest. Normaal wordt salpeterzuur via het Oswalt proces gemaakt uit onder andere ammoniak, waarvoor veel warmte en aardgas nodig is. Door het afgevangen NOx om te zetten naar NO2 en daarna HNO3, is geen ammoniak en dus ook minder aardgas nodig.” Voor de warmte die nog nodig is, hoeft EEW bovendien geen aardgas in te zetten, omdat er genoeg restwarmte is dat hiervoor ingezet kan worden. Klein: “Een ander voordeel zien we bij de afvang van CO₂. Ook daar doen we nu testen mee. Door eerst NOx te verwijderen bieden we onze CO₂-test installatie ‘schone’ rookgassen aan. Dit kan kostenbesparend zijn voor de CO₂-afvang en de standtijd van de absorptiematerialen aanzienlijk verlengen.”
Van NOx naar salpeterzuur
“Voor de proef wordt de regeneratie naar salpeterzuur in Oostenrijk uitgevoerd”, geeft Klein aan. “Daar wordt het verzadigde zeolietenpakket verhit tot minimaal 250 °C. Bij die temperatuur verdampen de NOx-verbindingen. De stikstofoxiden laten we met zuurstof reageren om alleen stikstofdioxiden (NO₂) over te houden. En die reageren onder andere met water tot salpeterzuur. We mikken op een concentratie van 68%, wat de meest gangbare industriële concentratie is. Dat salpeterzuur wordt bij deze proef vervolgens geanalyseerd op zuiverheid, zodat we samen met potentiële afnemers kunnen kijken of het aan hun eisen voldoet.”
Volgende stap: opschalen naar continu proces
Naast de testprocedure gebruikt EEW het komende half jaar ook om eventuele opschaling te onderzoeken. Volgens Klein is het de bedoeling het vat dan te vervangen door een full scale professionele installatie. Voor een goed proces zijn minimaal twee kolommen met zeolieten nodig, zodat een continu proces voor de hele fabriek mogelijk wordt: “Het rookgas stroomt door één kolom, en zodra deze verzadigd is, neemt de andere het over (counter current). De verzadigde kolom kan dan geregenereerd worden met aansluitend de omzetting naar salpeterzuur. We doen nu onderzoek naar wat nodig is om te kunnen opschalen.
Veiligheid en energieverbruik in beeld
“Voor de opschaling van de regeneratie naar salpeterzuur zijn extra stappen nodig,” vertelt Klein. “Daarbij komen ook veiligheidsmaatregelen kijken, omdat er stikstofoxiden en zuren bij betrokken zijn. Dat is een aanzienlijk ander proces dan we gewend zijn en het kost bovendien energie. We onderzoeken daarom of we dit zelf gaan uitvoeren of uitbesteden. Zelfs als het slechts kostenneutraal blijkt, bepalen we of we het kunnen en mogen doorzetten. Dan is het door de milieuvoordelen en de lagere onderhoudskosten voor ons nog steeds de moeite waard.”
Nieuwe verdienmodellen op de tekentafel
Naast de technische en economische aspecten, laat het bedrijf ook verschillende verdienmodellen de revue passeren. Klein: “We kijken allereerst naar mogelijke afnemers van het salpeterzuur, die we daarmee hopelijk ook kunnen aantrekken om zich op het Chemiepark te vestigen. Daarnaast onderzoeken we of we mobiele containers met de afvanginstallatie kunnen verhuren voor bijvoorbeeld de wegenbouw of andere locaties waar NOx-uitstoot een probleem is. Tot slot overwegen we het proces zelf in licentie te geven.”
Geheim van de smid
“Voor zover wij weten zijn we de enige afvalverwerker die bezig is om deze methode uit te werken. We kijken daarom ook naar de mogelijkheden van patentbescherming. Welke zeolieten we precies gebruiken, moet daarom nog even het geheim van de smid blijven. Wat we wel kunnen delen, is dat ze worden geleverd door het bedrijf Krajete uit Oostenrijk”, vertelt Klein enthousiast.
Stap richting circulaire stikstof
Klein noemt de nieuwe NOx-afvangmethode baanbrekend: “Circulaire NOx is mogelijk één van de sleutels tot het stikstofslot. Als je zoiets kunt bijdragen aan het milieu, en specifiek aan de oplossing voor het stikstofprobleem, dan maakt dat ons enorm enthousiast. Bovendien levert het een circulaire grondstof op die wereldwijd veel wordt gebruikt. En innoveren is gewoon bijzonder leuk om te doen!”
Onder de Motorkap
Continu verbeteren is essentieel voor toekomstbestendige industriële productie. Leden van SBE zetten daarom dagelijks stappen op het gebied van innovatie, variërend van procesoptimalisatie tot geavanceerde technologieën. Maar wat gebeurt er precies binnen deze bedrijven? Waar liggen de kansen en hoe worden uitdagingen aangepakt? In deze serie artikelen onder de titel ‘Onder de motorkap’ geven we een uniek kijkje achter de schermen van industriële bedrijven en belichten we actuele ontwikkelingen in procestechnologie en R&D.
Wil u ook laten zien wat er bij uw bedrijf onder de motorkap gebeurt en zo andere bedrijven in de regio inspireren? Neem dan contact met ons op.